Dagenlang na de trip worden onze gedachten geplaagd met vragen over wat er die tocht gebeurde aan boord van de Nadine. Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat het afbreken van de tocht als enige oplossing voor de opgebouwde spanning overbleef. Onze opstapper was al 10 jaar een goede vriend die altijd klaar stond als er geklust moest worden. Ooit maakte ik mijn eerste zeiltocht met hem op het Markermeer. De Lowestoft rally was bedoeld om lekker te zeilen en te genieten van de zon, de zee en de wind. Lang op zee en alle tijd om de drukte achter ons te laten. Te praten met elkaar over dingen waar je in vluchtige ontmoetingen niet toe komt. Te genieten van geen land, geen tijd en geen zorgen. Helaas het pakte anders uit, waar ging het mis ?
Was het de plots veranderde ontmoetingsplaats in hartje Amsterdam, waardoor we de laatste schutting bij Den Oever niet meer haalden, zodat ons plan om met de eerste ebstroom om 4.30 uur te vertrekken mislukte. Was het zijn nonchalant vergeten reddingsvest.? Was het de vermoeidheid van het werk, zijn gedachten die ergens anders waren toen hij aan boord stapte? Waren het de belangstellende vragen die wij als onnodig bezorgd interpreteerde ? Was het onze onterechte verwachting van aanwezige zeezeilervaring naar aanleiding van de verhalen ? Was het de rondslingerende kleding ? We voelden ons niet meer thuis op de eigen boot.
Tijdens de tocht bouwde de teleurstelling en wrevel zich op, we zaten te dicht bijeen om onze frustraties te uiten. Na 26 uur zeilen en amper 36 uur samen zijn barstte de bom. De verwijten vlogen kort door de kuip en ondanks het mooie ochtendgloren voelde iedereen dat er een donkere zware dag aan zat te komen. De optie uitpraten was er één zonder de ontsnappingsroute "ik ga hier toch weg nadat ik mijn zegje gezegd heb." In de stilte die volgde gooide ik het over een andere boeg. "Met deze ongunstige wind zullen we laat aankomen in Lowestoft, te laat om nog relaxed terug te kunnen zeilen. Ik stel voor dat we nu terug gaan." (zie figuur 1) De gezichten klaarden op en het leek zelfs of de wind wat aanzette uit de goede richting, of was dat onze zucht van verlichting ? Kort werd geprobeerd de ploegleider te roepen maar er kwam geen antwoord. In een rechte lijn werd zwijgend koers gezet naar IJmuiden. Een gespannen nacht volgde waarin we geen van drieën de rust vonden die we zochten. Tijdens het ontbijt opende de vriend het uitgestelde gesprek. Teleurstelling overheerste bij ons allen, we kwamen er niet uit ……... Na het afscheid vertrokken wij over zee richting Den Helder. Ondanks de goede wind verwaaide onze gedachten niet. Bij aankomst in Den Helder wreef de havenmeester nog eens zout in de open wond met de vraag “Bent u dat jacht dat gezocht werd door de kustwacht ?”
We hebben geleerd van deze tocht. De in de voorbereidingsavond door ons met een glimlach begroette “opstappers contracten” en de aandacht voor proefzeilen met opstappers hebben sinds Pinksteren een verhaal met herkenning gekregen. Zeilervaring op andere boten is niet altijd geschikt voor de boot en de bemanning waarmee de tocht gemaakt wordt en zakelijke afstandelijkheid en vasthouden aan afspraken, reddingsvest - ontmoetingstijd, zijn voor het welslagen van zeetochten belangrijker dan goede maatjes blijven. Juist als het een bekende betreft zullen verwachtingen van gedrag en meewerken aan boord moeten worden uitgesproken. Een goede vriend aan wal is nu eenmaal niet per definitie een goede maat op zee. Projecteer niet je eigen zeil ervaring op de verhalen van een ander. De praktijk tijdens een proefvaart is de toets of de combinatie van bemanning en boot mogelijk geschikt is voor een tocht.
Was de Nadine met haar 24 voet te klein voor deze tocht ? Zeker niet. De omstandigheden waren technisch gezien extreem gunstig. Zonder de ergernissen hadden we Lowestoft gehaald. Helaas is de opbouw van sociaal ongenoegen omgekeerd evenredig met de lengte van een boot. 24 voet is dan klein, maar tot Pinksteren beschreven we haar altijd als knus en gemoedelijk en eigelijk vinden we dat nog.
Hadden we de tochtleiding eerder kunnen informeren ? Een moeilijk punt. Het afbreken van de tocht en het terug keren naar Nederland terwijl Engeland dichter bij was bleek een scenario waar nog niemand aan gedacht had. De afmeld procedure was duidelijk. Je meldt je af bij de ploegleider en bij het telefoonnummer in NL. Een GSM heeft tot circa 5 mijl uit de kust netwerkverbinding en de maximale afstand tussen twee boten voor marifoon contact wordt voornamelijk bepaald door de antenne hoogten (figuur 2).
Voor de Nadine, met een mast van 9 meter is het theoretisch boot - boot bereik dan niet meer dan 15 Nm. Onze groep boten waaide snel uiteen. Binnen 12 uur was de Nadine al buiten bereik van de ploegleider (zie Toerzeilen 169) en de Nadine keerde pas na 26 uur varen om. De afstand ten opzichte van de ploegleider was ver buiten de 15 Nm zendbereik. Een kuststation kan, afhankelijk van zijn hoogte, tot circa 25 Nm opgeroepen worden. We realiseren het ons waarschijnlijk te weinig maar tijdens de overtocht passeren we een radiostilte gebied van circa 50 Nm. Slechts via de assistentie van boorplatforms en de aanwezige scheepvaart kan dan een verbinding tot stand komen met de Coastguard of Kustwacht. De Nadine achtte deze gecompliceerde communicatie slechts geschikt voor noodverkeer. Wel voelden we ons verantwoordelijk voor de zorgen die de tochtleiding over het welzijn van de Nadine moest hebben. Ik stelde me voor dat het diner aanmerkelijk minder feestelijk zou zijn als er geen bericht over onze behouden vaart zou komen. Gelukkig waren we snel gevonden door assistentie van velen en in het bijzonder "Europlatform".